'Hotel Eden & Joseph Roth; Hitler, de oorlog, beroemde auteurs en een Amsterdams hotel...'

Wanneer we naar deze voorstelling kijken valt ons oog gelijk op het pand met de blauwe gevel rechts. Het is de achtergevel van het legendarisch Hotel Eden gelegen aan de Warmoesstraat 24. Het hotel bood in de jaren '30 van de vorige eeuw onderdak aan tal van Duitse schrijvers; veelal Joodse auteurs op de vlucht voor de nazi's.

Eén van deze auteurs was Klaus Mann (1906-1949) die we kennen van de tot ver na de oorlog in Duitsland verboden klassieker Mephisto. Het boek werd in 1981 verfilmd door de Hongaarse regisseur István Szabó (1938). Mann was de zoon van de Duitse schrijver en Nobelprijswinnaar (1929) Thomas Mann en vluchtte nadat Hitler in 1933 aan de macht kwam naar Nederland. Hij belandde in Amsterdam en nam zijn intrek in Hotel Eden. Zijn keuze voor dit hotel te maken had ongetwijfeld te maken met het feit dat er in de jaren ’30 diverse uitgeverijen aan het Damrak waren gevestigd. Daar bood de Amsterdamse uitgeverij Querido nog steeds een podium voor uit Duitsland gevluchte Joodse schrijvers in het tijdschrift Die Sammlung.

Na de machtsovername van Hitler op 30 januari 1933 vluchtte ook de Oostenrijks-Hongaars schrijver, journalist en correspondent Joseph Moses Roth (1894-1939). In eerste instantie koos hij voor Parijs; de schrijver was eerder in 1920 vanuit Brody (destijds liggend in Galicië) verhuisd naar Berlijn waar hij schreef voor de Neue Berliner Zeitung, de Berliner Börsen-Courier en de Frankfurter Zeitung om later in onze hoofdstad te belanden. 

 

Roth was ondanks zijn politieke en persoonlijke problemen - hij was alcoholist - een zeer succesvol schrijver. De eerste helft van de jaren ’30 was de periode waarin hij zijn bekendste romans schreef: Job (1930) en Radetzkymars (1932). Om precies te zijn belandde Roth half maart 1936 in Amsterdam waar de uitgeverijen Querido en Allert de Lange zijn in Duitsland & Oostenrijk verboden boeken bleven uitgeven en vestigde zich net als Mann en anderen in Hotel Eden. Aan de Warmousstraat 24 schreef hij tussen 19 maart en 8 juni talloze brieven; de meeste waren gericht aan zijn vriend, de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig (1881-1942).

 

Het hotel had de beschikking over een zgn. 'hotelboot', waarmee Roth veelvuldig naar de overkant van het water werd gebracht. Daar was aan het Damrak 62 de uitgeverij van Allert de Lange gevestigd die het werk van veel in ballingschap levende Duitse schrijvers bleef uitgeven. Een enkele keer werd Roth ook met de hotelboot dicht bij een van zijn favoriete cafés afgezet. Meestal startte hij in café De Pool om daarna, vaak in de namiddag een bezoek te brengen aan café Scheltema en café Reynders. Wanneer dat laatste café zijn deuren sloot vertrok de schrijver - doorgaans vergezeld van vrienden - naar De Kring aan het naburige Leidseplein. Roth hield van Amsterdam, de mensen en het hotel, maar bovenal van het geluid van het carillon van de Oude Kerk. Amsterdam, zijn vrienden en uitgevers waren voldoende aanleiding om in de maanden oktober en november van hetzelfde jaar terug te komen.

 

Met speciale dank aan Alfredo de Laat. 

 

Bronvermelding: informatie is verkregen uit o.a. een column van Leo Frijda, verschenen op de website van het Joods Educatief Centrum Crescas op 1 juli 2011 en uit een blog van Erik de Graaf, getiteld 'Klaus Mann in Hotel Eden, Warmoesstraat, Amsterdam' verschenen op 7 maart 2014.

juni 2022